Close

Op zoek naar de essentie

Fotografie is in het verleden regelmatig bestempeld als ‘objectief’. Het is te omschrijven als een wetenschappelijk procedé waarmee een momentopname van de werkelijkheid kan worden gemaakt door een wonderbaarlijke combinatie van papier, licht en chemicaliën. Een foto kan echter niet zonder subjectieve informatie; zonder context begrijpt de kijker zelden wat er is afgebeeld. In haar beroemde essay In Plato’s Cave uit 1977 stelt de Amerikaanse filosoof en schrijver Susan Sontag (1933-2004) het zo: ‘The ultimate wisdom of the photographic image is to say: “There is the surface. Now think – or rather feel, intuit what is beyond it, what the reality must be like if it looks this way.” Photographs, which cannot themselves explain anything, are inexhaustible invitations to deduction, speculation and fantasy.’[1] Dit geheimzinnige aspect van een foto hoeft echter geen nadeel te zijn. Het geeft ons juist de mogelijkheid om een foto om zijn beeldende kwaliteiten te bewonderen, maar ook om een eigen verhaal bij het beeld te vormen. Het zijn deze eigenschappen van het fotografische beeld – de onzekerheid of het feit of fictie is en de eindeloze mogelijkheid tot deductie en speculatie – waar Popel Coumou mee speelt in haar werk. Door op subtiele wijze in te grijpen in het fotografische beeld, laat ze het vertrouwen van de kijker in het eigen observatievermogen wankelen.

Popels gehele oeuvre kan in feite een eindeloze analyse van perceptie genoemd worden: hoe ordenen wij de zintuiglijke informatie die we van een fotografisch beeld krijgen en wat voor effect heeft deze rangschikking op ons? Het spel met onze waarneming vindt in door Popel zelf gecreëerde ruimtes plaats, of beter gezegd, in wat wij als een ruimte ervaren. Geen van de afgebeelde plaatsen bestaat namelijk echt: ze maakt collages die een combinatie zijn van zelfgemaakte of gevonden beelden en materialen als papier en klei. Vervolgens voegt ze een extra dimensie toe door de scène gericht te belichten. Het geheel wordt opnieuw gefotografeerd en uitvergroot. Dit leidt tot een droomachtig, haast romantisch eindresultaat met een prachtige grofkorrelige zweem. Enkel details, zoals een vingerafdruk op een gekleid stilleven of de schaduw van een papierrand, geven weg dat het door een mens is gemaakt.

Er zijn vrijwel nooit personen in Popels werk te zien, maar toch zijn er tekenen dat een mens aanwezig is geweest, zoals een lege stoel of een onopgemaakt bed. Dit levert soms een schok van herkenning op, een herinnering aan een intiem moment. Popel weet een voelbare energie in haar tweedimensionale werken te brengen, maar laat de betekenis graag open om zo de beschouwer in de gelegenheid te stellen hier een eigen invulling aan te geven. We kijken naar een universum dat door haarzelf is geconstrueerd, ergens tussen werkelijkheid en fantasie, waar wij onszelf in kunnen verliezen.

De beelden van Popel Coumou evolueren gedurende haar onderzoek naar perceptie van ruimte en werkelijkheid steeds meer richting abstractie en eenvoud. Het is alsof ze steeds dichterbij de essentie van haar werk – en van fotografie zelf – tracht te komen. Ze drijft haar werkproces tot het uiterste, de referenties aan de werkelijkheid worden steeds vager, haar collages steeds soberder. Ook experimenteert Popel met de interactie tussen haar werk en de ruimte waarin het getoond wordt, en zo trekt ze de kijker nog verder haar werk in. Zo maakt ze driedimensionale objecten waarbij de lichtbron continu in beweging is. Het resultaat is werk dat geen twee momenten hetzelfde is. De geduldige en geconcentreerde kijker wordt beloond met een rijke, haast meditatieve, kijkervaring.

Popel Coumou heeft door haar unieke benadering van het fotografisch medium een geheel eigenzinnig oeuvre weten op te bouwen. In plaats van de foto op traditionele wijze als eindproduct te zien, is het voor haar juist een beginpunt. Vanuit hier ontleedt ze ons idee dat een beeld naar de werkelijkheid zou verwijzen. Het zijn de kunstenaars zoals Popel, degenen die de kern van fotografie blijven bevragen, die het medium naar onverwachte en enerverende hoogtes weten te brengen.

Tekst voor publicatie “Paper and Light”
Geschreven door Willemijn van der Zwaan

[1] Sontag, Susan: ‘In Plato’s Cave’, in: On Photography, New York: Penguin Group, 1977, p. 23

Menu